Diabetes is geen ziekte die te genezen is. Vanaf het moment dat voor u de diagnose diabetes wordt gesteld, zult u levenslang monitoring en behandeling nodig hebben. Het is van groot belang dat u leert om uw bloedglucose tussen de 4 en 10 mmol/L te houden.
Type 1 of type 2
- Bij diabetes type 1 is toediening van insuline nodig en van groot belang. U moet, als u diabetes type 1 heeft, altijd beschikken over insuline. Het verdient ook aanbeveling om familieleden, vrienden et cetera te informeren over uw insuline (waar deze te vinden is). Ook is het raadzaam om meerdere mensen in uw omgeving te leren hoe zij insuline moeten injecteren bij u.
- Bij diabetes type 2 zijn bloedglucoseverlagende medicatie en een leefstijlaanpassing vaak al voldoende.
- Een combinatie van tabletten en insuline en aanpassing van leefstijl (beweging en een gezonder voedingspatroon) kan ook voorkomen.
Artsen en behandelaars
U zult met diverse specialisten te maken krijgen tijdens uw ziekte.
Dit zijn onder meer:
- Huisarts of diens praktijkondersteuner
- Internist
- Diabetesverpleegkundige
- Diëtist
Uw zorgprofessional is altijd uw eerste aanspreekpunt. Zit u met vragen, merkt u veranderingen in uw ziektepatroon, ontwikkelen zich bepaalde klachten, uw zorgprofessional is uw aanspreekpunt. Veel mensen gaan zelf zoeken naar informatie, bijvoorbeeld door gesprekken met lotgenoten of internet. Beide zaken zijn waardevolle informatiebronnen, maar onthoud daarbij wel dat diabetes en uw behandelplan zeer persoonlijk zijn.